vrijdag 27 juni 2008

Corporate social networks, when will they go away?


Met deze vraag werd Mary-Beth Kemp bestookt door iemand die last had van één van de recente internet hypes. Haar antwoord: the won't, they are here to stay.

Voor Frankwatching heb ik de CSN conference verslagen. Hier de keynote van Forrester en hier de keynote van InHolland, Frans van der Reep.

Foto boven toont de ingang van de Industrieele Groote Club, toch wel het symbool van the old boys network in Nederland, waar de conferentie werd gehouden.

woensdag 18 juni 2008

Mediapark Jaarcongres

Dinsdag 17 juni werd voor de eerste keer het mediaparkjaarcongres georganiseerd.
De titel deed vermoeden dat het vooral een incrowd feestje zou zijn van televisie- en radiomakend Nederland, maar dat was gelukkig niet het geval.

In een sfeervolle setting (goedzittende stoelen, voldoende bronwater en kaarjes op tafel) werd gedurende de dag in hoog tempo een aantal ontwikkelingen op mediagebied doorgesproken.

Idse Depree (ex-Tros Digitaal) van the Crowds noemde in zijn presentatie een aantal initiatieven waarbij betrokkenen (uit ‘het volk’) betrokken worden bij ontwikkeling, planvorming en het vinden van oplossingen. De move van Lego is waarschijnlijk al wel bekend. Ook interessant is www.Innocentive.com waar eenieder problemen van bedrijven kan oplossen tegen een premie.
Uit onderzoek van de makers blijkt dat 70% van de oplossingen van buiten de branche van het bedrijf komt! Ook zegt men dat 1 op de 3 aangemelde problemen ook daadwerkelijk wordt opgelost. Dit zegt veel over de kracht van internet als interactief medium en ook direct waarom innovatie vaak van buitenaf komt.

Een andere site die hij noemde was www.predictify.com een natte droom voor bookmakers waar iedereen met een mening kan voorspellen wat hij of zij denkt. Hoe beter je blijkt te kunnen voorspellen, hoe hoger je ranking (in een bepaald vakgebied). Dit kan in de toekomst een interessante referentie zijn voor interim managers, consultants, etcetera. Reputatie wordt hier zeer onderbouwd opgebouwd.

Om dit nu media 3.0 te noemen – zoals Idse zijn presentatie instak – vind ik wel ver gaan. Over 5 jaar zitten we dan waarschijnlijk op new-new media 7.3 ofzo.

Tenslotte noemde Idse een aantal motieven voor publiek om de interactie te zoeken met partijen. Dit zijn onder andere contact, passie voor het onderwerp en waardering die men terugkrijgt. Hier kun je als bedrijf bewust op inspelen met je strategie richting je omgeving (en het volk).

Later in de ochtend werd Michiel Buitelaar (nu nog Endemol, na de zomer Sanoma digitaal) geïnterviewd door Diana Matroos van Rtl Z. Deze sessie bleek minder geslaagd. Aan de ene kant leek Michiel niet geïnteresseerd in de vragen of vond ze slecht, aan de andere kant slaagde Diana er ook niet in om diepgang te creëren. ‘De marketingstrategie en organisatieopzet voor crossmediale concepten zijn volop in beweging’ of woorden van die strekking, zijn zeer algemeen. Michiel’s toonloze dictie versterkte het oppervlakkige interview.
Terwijl hij wel degelijk open was in zijn antwoorden; hier had dus meer uitgehaald kunnen worden. Zo vertelde hij tussen neus-en-lippen dat Endemol 90%-95% van zijn omzet verdient met 'ouwe troep' (televisieprogramma’s) en dat crossmediale concepten tegen de verdrukking in groeien en dat je (hij dus) bij het vragen om budget voor innovatie dus achteraan komt te staan in de rij.

Interessant was de vergelijking tussen televisieproducties en internetproducties voor Endemol:
Voor televisie heeft Endemol in de meeste landen innige contacten met 1 of 2 broadcasters. Hiermee wordt de omzet ver vooruit al veilig gesteld en kost accountmanagement relatief weinig tijd, geld en moeite. Bij internet is de distributie veel meer versnipperd en gaat het al gauw om 10-20 distributiepartijen per land. Is de orderportefeuille dus veel moeilijker te vullen en kost het opbouwen van een distributienetwerk voor producties dus veel meer tijd.


Net voor de lunch vertelde Frank Kresin van Cinegrid (een samenwerking van Waag society, Sara, Surfnet en de Uva) over de mogelijkheden die ontstaan als events zodanig kunnen worden verslagen en hertoond met een beamer die 4x hd kwaliteit aan kan.
Los van de prijs van de apparatuur is een zeer snel netwerk noodzakelijk. Een full motion picture zou in deze kwaliteit op 1200 dvd’s passen. Een aantal voorbeelden van (nieuwe) diensten werd genoemd:
  • New York Philharmonic dat met Pathé samenwerkt om in bioscopen concertregistraties te vertonen.
  • Visualisaties van natuurverschijnselen (zoals tornado’s).
  • Gaming wedstrijden (meerdere spelers tegen elkaar) die in splitscreen bioscoop worden vertoond aan toeschouwers.
Net als met de Imax theaters denk ik echter dat deze ontwikkeling slechts beperkt de massa gaat bereiken. De kosten zijn dusdanig dat alleen de echte liefhebber hiervoor gaat rijden naar een locatie met de apparatuur.


De pitches waren leuk en divers. Alleen was er weinig tijd voor vragen en beoordeling door de jury, een beetje een racepartij en dat is jammer voor de bedrijven die zich kwetsbaar opstellen.

Erik de Zwart gaf een one man show voor zijn eigen bedrijfjes ten beste. Ik vond dit een beetje te commercieel en te weinig visionair. Het feit dat hij trots was op de eerste banklening voor één van zijn bedrijven zette één en ander in perspectief.

Duidelijk was hij over de transformatie die platenmaatschappijen moeten maken en slecht kunnen maken naar 360graden deals met artiesten. Zo noemde hij de deal die Britney Spears met Pepsi maakte exemplarisch. De platenmaatschappij ontving niets, terwijl die het merk Spears gebrand hadden.
Enkele websites die hij heeft gelanceerd: www.Jaha.nl (online jukebox) www.top40.nl (dat voor alle leeftijden doorzoekbaar is) en www.tunin.fm (dat op gprs netwerken muziek levert in cd kwaliteit op mobiel volgens Erik).

De laatste spreker die ik interessant vond was Marianne Zwagerman, directeur digitaal bij de Telegraaf Media Groep. Daar draait alles om van tekst en plaatjes naar beeld & geluid te gaan en ook hier spraakmakende content te maken. Zo was een dominante plek in de presentatie ingeruimd voor Geenstijl.nl.
Verder werd de ambitie uitgesproken om 15% omzet in 2009 op digitaal terrein te behalen.
Daarbij levert internet het grootste aandeel van die omzet, levert video zo’n 20% van de digitale omzet op en heeft men op het terrein inmiddels behoorlijke studio’s staan (het andere mediapark).

De overtuiging van Marianne is dat video de drijver is van de groei van internet. Het gaat van informatie naar entertainment. Voorbeeld van TMG is Dumpert, een Youtube met redactie erop.

Crossmediale voorbeelden waren video chats met bekende mensen die worden aangekondigd in krant, live chat wordt gehouden, waarna de dag erna een editorial hierover in de krant verschijnt.

Pijnlijk was de constatering dat video via je mobiel: de EKflits totaal niet loopt.
Ondanks de samenwerking en mediainspanning samen met SBS6 is men nog niet boven de 1000 aanmeldingen gekomen.

Een andere interessante ontwikkeling is zogenaamde hybride content.
Dit is sponsored content waar wel journalistieke wordt gegeven.
Zoals Rutger Castricum, journalist van Geenstijl, die op winterbivak gaat bij defensie. Dit heeft defensie 150 recruits opgeleverd voor lagere kosten dan wanneer men een advertentiecampagne had moeten voeren.

Het einde van de dag werd ingeluid door de directeur Media van OC&W, Marjan Hammersma. Dit werd een vrij droog betoog waarin precies verteld werd waarin de mediawet gewijzigd was ten opzichte van de oude wet.